Centrum voor plastische chirurgie Dr. Jo Vanoorbeek

Mogelijke verwikkelingen bij een borstreconstructie

Zoals bij elke chirurgische ingreep zijn er bepaalde risico’s verbonden aan een borstreconstructie.
Vooreerst zijn er de risico’s verbonden aan de anesthesie. Deze kunnen u uitgelegd worden door de anesthesist. De technieken, de anesthesie-producten en de bewakingsmodaliteiten zijn er de laatste 20 jaar zo op vooruitgegaan dat de risico’s van een algemene verdoving bijna verwaarloosbaar zijn.
Ook door de chirurgie kunnen er zich problemen voordoen. Door te kiezen voor een erkend plastisch chirurg, speciaal opgeleid om hoger vermelde technieken uit te voeren, beperkt u de risico’s in grote mate zonder deze echter volledig te kunnen uitsluiten. De praktijk leert ons dat complicaties zelden voorkomen en dat de patiënten doorgaans tevreden zijn met het resultaat.

Algemene verwikkelingen, eigen aan heelkunde

Volgende algemene verwikkelingen kunnen zich voordoen:

  1. Infectie van de wonde: Hiervoor kan het toedienen van antibiotica of een heelkundige drainage oplossing bieden.
  2. Hematoom of nabloeding: Hiervoor kan een heelkundige evacuatie nodig zijn.
  3. Flebitis en embolie: Preventieve maatregelen worden steeds genomen om dit te vermijden: anti-trombose kousen, anti-coagulantia (spuitjes om het bloed te verdunnen), vroege mobilisatie.
  4. Huidnecrose (afsterven van de huid): Dit komt voornamelijk voor bij (ex)-rokers en is het gevolg van een vertraagde wondgenezeing.
  5. Veranderingen in sensibiliteit: Vooral in de zone onder de navel en de getransplanteerde huid kan een verandering van gevoel optreden. Dit normaliseert zich echter meestal binnen de zes maanden.

Verwikkelingen, specifiek verbonden aan een DIEP flap

Deze zijn voornamelijk van microchirurgische aard. Het is duidelijk dat de zeer kleine bloetvaten (2 mm) zeer fragiel zijn. Het manipuleren van zulke kleine bloedvaten kan een trombose veroorzaken waardoor deze verstopt komen te zitten. Hierdoor krijgt de flap geen vers bloed meer en sterft hij af. Dit komt in 1 à 2 % van de gevallen voor. Door snel in te grijpen kunnen we de situatie toch soms recht trekken.

De bloedvoorziening van de flap is soms moeilijk te voorspellen. Er zijn soms zones in de flap die wat minder bloed krijgen. Hierdoor kan er een gedeelte van de flap afsterven terwijl de microchirurgische connectie toch open gebleven is. Dit kan achteraf soms aanleiding geven tot een verharding in een deel van de gereconstrueerde borst.

Tenslotte kan er, ondanks het ter plaatse laten van de rechte buikspier, een verzwakking van de buik optreden. Om dit te vermijden is het belangrijk om het hefverbod van 6 weken te respecteren. (niets opheffen dat zwaarder is als een telefoonboek)

Het moet toch gezegd worden dat verwikkelingen eerder zeldzaam zijn en dat deze door goede preventieve maatregelen grotendeels vermeden kunnen worden. Een zeer nauwkeurige en individuele begeleiding, zowel voor als na de ingreep, moeten er voor zorgen alle problemen vroegtijdig op te sporen en ze passend te behandelen.